Puk en Muk van de Puk en Muk site zijn rechtstreeks te vinden op Puk en Muk (jouwweb.nl) Plaats deze link bij je Favorieten. Dit betreft een tijdelijke kennisgeving.
Cor Lauwerijssen






Een verhaal over jezelf schrijven is geen makkelijke opgave. Waarom doe je het dan? Wat is de relatie tot Puk en Muk? Dat borrelde al in mijn hoofd sinds ik erachter kwam dat men tal van raakvlakken raakvlakken herkende. Dat jij dat allemaal nog weet! Juist dat is de reden geweest om grotendeels de periode te belichten waar zoveel jongens en meisjes mee te maken hadden. Ervan uitgaand dat de meeste kinderen het naar hun zin hadden en een liefdevolle jeugd kenden wil ook zeggen dat er genoeg waren voor wie het een ellendige tijd was. Voor hun was het waarschijnlijk een zwarte periode uit hun leven. Zit er dan een boodschap in? Voor de een wel en voor de ander niet. Ouders stuurden in vroeger jaren hun kinderen massaal naar een internaat. Mijnheer pastoor bood daarbij graag een helpende hand en de rest werd geschiedenis.
Bij ons thuis mocht mijn moeder hem van ons pap niet binnenlaten. Later hoorde ik van mijn schoonouders dat hij ook daar niet welkom was. Mijn schoonvader wilde hem ook niet binnen hebben terwijl hij toch bij de broeders van St Louis in Oudenbosch heeft gewerkt. Heel wat zeventigers van nu hebben dan ook op zogenoemde 'kostscholen' gezeten. Alleen al in de provincie Noord-Brabant waren er 130 volgepropte katholieke internaten te vinden. Geloof maar dat er zich zaken hebben afgespeeld die het Katholieke daglicht niet konden verdragen. We hoeven er door alle publicaties niet geheimzinnig over te doen. Huize Nazareth in Tilburg was er slechts een van. En ja, de hele wereld is moeilijk in een notendop te vangen; ik weet het. In alle religieuze stromingen of afsplitsingen daarvan komt het voor. Denk aan communes, denk aan sektes die in de vorige eeuw bestonden. Het liep niet goed af.
Met enige regelmaat mis ik Huize Nazareth nog steeds. Niet alleen bepaalde fraters maar ook de latere leken en de jongens waar ik in die tijd een goed contact mee had. Stel dat ik terug in de tijd kon en er gewoon weer eens binnen zou kunnen lopen om met de mensen van destijds een praatje te maken. Effe buurten en ouwe koeien uit de bekende sloot halen. Even de school binnen wippen waarvan frater Siegfried van Geldrop destijds het hoofd was. Ook zou ik graag willen weten hoe het rector Steenbergen is vergaan. Die man werd door de verschillende klassen zo gepest dat hij volkomen van de kaart raakte en een vuurrood hoofd kreeg van boosheid. Ik deed er niet aan mee omdat ik het een goede man vond. Geschiedenis en maatschappijleer gaf hij aan ons. Nazareth was van oorsprong een internaat voor voogdijkinderen, in mijn tijd woonden er jongens afkomstig uit doodgewone of ontwrichtte gezinnen. Op Nazareth hadden we een koor, een toneelvereniging en een harmonie. Alle drie heetten ze Ons Genoegen. De strenge frater Siegfried zwaaide er in z'n hoedanigheid vele jaren de scepter. Siegfried was absoluut geen makkelijke man. Hij liet z'n loszittende handjes wat mij betreft onnodig en zonder enige aanleiding te vaak wapperen. Ik vraag me ook wel eens af hoe het de andere bewoners is vergaan. Hoe hebben zij het wonen daar ervaren?
Om je een indruk te geven over wie ik ben begon ik bovenaan met een paar foto's van mezelf. Andere plaatjes van vroeger zijn gaandeweg het verhaal bij de teksten gevoegd of worden er in een later stadium bijgeplaatst want ik ben voorlopig nog niet klaar met deze site. Het lijkt soms wat warrig maar aan duidelijkheid laat 't niks te wensen over. Het geheel zit goed in elkaar en is gelardeerd met herkenbare plaatjes om het tijdsbeeld van toen te visualiseren. Uit mijn jeugdjaren bleven slechts weinig foto's van mijzelf bewaard dus je moet het doen met wat ik heb. Op deze pagina staan er een aantal die gemaakt werden tussen 1968 en 1972. Andere kiekjes van wat langer geleden kom je gaandeweg in het verhaal tegen.
Huize Nazareth, tjonge jonge! Voor ik het wist woonde ik daar vanaf 1958 t/m 1966. Om maar met de deur in huis te vallen; Cor Lauwerijssen werd op 21 augustus 1950 geboren in het oude Gasthuis te Oisterwijk. Hetzelfde gasthuis waar Jan Vuisters, "de schrijver van het Puk en Muk toneelstuk uit 1938 " is overleden. Kort na mijn geboorte kwam ik in Tilburg terecht. Het klinkt misschien ongelooflijk maar ik kan me uit dat verre verleden behoorlijk veel voor de geest halen. Als voorbeeld heb ik het over het Pieter Vreedepad waar we ooit woonden. Jopie een maatje uit die tijd wist zich te herinneren dat ik hem eens mee naar ons huisje nam waar ik woonde. Hij en z'n broertjes woonden in St Willibrord in de bremstraat op nr 36. Gek dat je zoiets nooit meer vergeet, toch? Jopie was hier enkele jaren geleden op de koffie. Joop heeft een stratenmakers bedrijf en had de opdracht om de hele woonwijk waar wij wonen van nieuwe bestrating te voorzien. Dat was de gelegenheid waardoor we even wat oude koeien uit de sloot konden halen. Hetzelfde gebeurde toen Dielis Roks plots met een bloemetje voor de deur stond. Zo waren er meer die ik jaren later weer terug heb mogen zien. Bijvoorbeeld Theo van Gestel. En ook Theo kwam op de koffie vanuit Tilburg. Ook hij weet zich heel wat te herinneren. Het toeval wilde dat hij een paar dagen later een koorrepetitie had. Bij een bakje koffie tijdens de pauze vertelde hij dat hij in Oudenbosch was geweest bij iemand waarmee hij in de zestiger jaren op Huize Nazareth had gezeten. Zit er een vrouwtje aan de tafel die gelijk vroeg of dat soms Cor Lauwerijssen was. Enkele dagen later stonden ze hier samen op de stoep en er werden tal van oude koeien van stal gehaald. Betty en haar man Berry waren in 1975 de getuigen bij mijn huwelijk met Helma die 8 maanden daarna overleed. Helma en Betty waren hele goeie vriendinnen en via hun had ik Helma leren kennen. Ik bezocht Betty toen ik inmiddels met Jeannette was getrouwd. Ook zij was hertrouwd maar er was geen klik met haar echtgenoot. Maar Theo had ook nog iets te vermelden waarmee we moesten lachen. Hee Cor; Toen ik in 1961 op Nazareth kwam, hadden de jongens het o.a. over ene frater Gwiberto. Maar die had ik in de derde klas van de Tarcisiusschool, waar ik toen net vandaan kwam. Jij hebt / had? contact met andere jongens van toen? Kennen zij die frater misschien nog? Ik ben benieuwd. Bij het zangkoor van LaRenaissance zit een kerel, Gustave, die heeft wel een frater Gwibertus gekend. Dat was een rare man. In de klas hadden ze toen een mongooltje vertelde Gustave. Dat manneke werd in een grote doos gezet, en telkens als hij met zijn kopje boven de doos uitkwam, kreeg hij van de frater een tik op zijn kopje met de lineaal. Een raar spelletje met een zwakbegaafde. Aldus Gustave. En bij die opmerking van Gustave kunnen we ons alleen maar aansluiten. Zo zie je maar dat er zestig jaar na dato via de Puk en Muk site de fraters van destijds ook nog steeds worden genoemd.
Ook Willie de Jong liet iets van zich horen. Hij werd jongerenwerker net zoals Lodewijk Goossens. Lodewijk waar ik ooit thuis ben geweest in een zijstraat van het Burgemeester v/d Mortelplein in Tilburg. Mijn ome Wim, de broer van mijn moeder en tante Berta woonden een straat verderop in de Thorbecke straat. Lodewijk, een echte rauwdouwer had een oudere broer en een z'n zus die Riet heette . Dat weet ik nog. Hun moeder was voor een poosje opgenomen in Etten Leur. Daar ben ik een keer met Lodewijk op bezoek geweest. Wat mij opviel is dat de meesten goed terecht zijn gekomen en dat er een aantal daarvan redelijk dicht bij mij in de buurt wonen of woonden. Ja, zelfs in Oudenbosch. Uit deze groep geen negatieve berichten. En ach, ikzelf deed het ook niet slecht. Het is een drive die je in je moet hebben. Het bekende " huisje, beestje, boompje, verhaal''.
Over dat verhaal gesproken; ik kwam ter wereld in het Oude Gasthuis van Oisterwijk op 21 augustus 1950 dat ook bekend stond als een liefdesgesticht. Mam was voor deze gelegenheid even bij oma ingetrokken die in de Hoogstraat woonde. Nadat ze weer wat was aangesterkt verhuisden we samen terug naar Tilburg. In de navolgende jaren ben ik best vaak verkast. Zo'n 20 keer! Zo heb je het net naar wens opgeknapt en ingericht en dan ga je weer elders wonen.



Gasthuis Udenhoutseweg Oisterwijk


Kapel van Huize Nazareth
Cor werd Katholiek opgevoed was misdienaar en koorknaap. Ergens in 1958 kreeg ik te horen dat ik naast koorknaap ook was uitverkoren om de heilige missen op hoogtijdagen te dienen. De meeste diensten draaide ik bij de zusters van Liefde aan de Oude Dijk. De wandeling er naartoe duurde lang genoeg om wakker te worden. In alle vroegte vertrok ik door weer en wind naar de zusters. Het was een wandelingetje van zo'n krappe tien minuten. Wie me had voorgedragen als misdienaar weet ik niet. Wat ik onthield is dat ik vroeg m'n bed uit moest komen en dat de anderen dan nog even mochten slapen. Ik zie mezelf nog zitten voor een van de altaren die het immense gebouw rijk was. De zusters hadden namelijk meerdere kapellen in dat gebouw. De Grote en Kleine Kapel en de Kweekkapel. Bij binnenkomst kreeg ik te horen waar ik naartoe moest. Snel omkleden, het wierook vat pakken, wijn in de beker schenken en dan de woorden " Ad deum qui laetificat juventute meum! Tjonge jonge!

Originele miswijn
In die tijd moest je verplicht te biecht. Ik wist nooit wat te melden en probeerde altijd door de gaatjes van het tussenwandje te gluren. Je wist in dat duistere hok amper iets te onderscheiden, laat staan dat ik iets kon verstaan. Ik was namelijk toen al zo doof als een kwartel. Je verzon maar wat om snel weer weg te kunnen. Na de absolutie en boetedoening van 'n onze Vadertje en tien weesgegroetjes mocht ik weer gaan. Door de pech later in m'n leven ben ik een ongelovige Thomas geworden. Desondanks riep ik Onze Lieve Heer wel eens aan als ik het even niet zag zitten. Oh God wat moet ik nou? Of, oh Jezus Mina wat nu weer? God help me, want ik weet me geen raad. St Christoffel help me zoeken. Mina ken ik niet, minima wel. Lauwerijssen is recht voor zijn raap, maar wel eerlijk, toch? Gelukkig ook nog goed bij de pollen! Toch mooi meegenomen als men wereldwijd dezelfde punten in de agenda afwerkt om de wereldbevolking te misleiden. Het klinkt misschien in je oren als zijnde een indianenverhaal maar de mensheid heeft opnieuw te maken met zielloze wezens die nergens voor terug deinzen om het doel te bereiken. Het is geen puk en Muk verhaal maar desondanks spelen we allemaal mee in een hele slechte film. Misschien wel eens goed om wat op te zoeken over het Geboortetrust of over het HAARP systeem. Een pienter mens heeft al heel snel in de gaten hoe de vork in de steel steekt. En er is nog veel meer dat je kunt achterhalen. Je maakt de cirkel vanzelf rond waardoor de ogen wijd open zullen gaan. Te ongeloofwaardig om waar te zijn maar het wel zo!

Wierook vat

De oude vulpen.
Tja, die wierook. Wij steken hier regelmatig een stokje aan. Van Helma, m'n overleden vrouw heb ik een origineel wierook apparaat uit de kerk liggen waar je de mirre op een houtkooltje moet laten branden. Vroeger kochten we die hout kooltjes maar ik zou nu niet meer weten waar. Verder zitten hier papagaaien die er niet tegen kunnen. De priester stond destijds nog met de rug naar de mensen. In de kweekkapel van de zusters v Liefde had ik het slecht. Daar zat ik als misdienaar zó dat de meiden me constant aan zaten te staren en gekke fratsen uit haalden. Knipoogje en 'n handkusje werden me toegeworpen. Cor was een leuk ventje. Een rooie kop boven dat witte misdienaars hemd was het gevolg. Zuster Trudy vond me een gaaf kereltje, voelde schijnbaar mijn eenzaamheid en maakte een bruin teddybeertje voor mij. Ik heb het nog jaren gehad. Daardoor heb ik een zwak voor knuffelberen. Mijn vrouw heeft ze nu in haar muziekkamer staan. Ook ben ik nog in het bezit van een oude grijze vulpen met afgebroken punt en een potje met Oost-Indische inkt. Dat was een luxe in die tijd. Overal zat inkt behalve in de vulpen. Hij ligt al zestig jaar in mijn gereedschapskist. Als ik de pijp uitga en ze rommelen tussen de spulletjes zal niemand beseffen wat de emotionele waarde voor mij is geweest. Het is niet onwaarschijnlijk dat het in de kliko verdwijnt. Zo vergaat het helaas ook Puk en Muk boekjes die men na een overlijden tussen de boedel tegenkomt. Ze verdwijnen naar de kringloop, verdwijnen in de kliko of komen op marktplaats terecht.

De wijnbeker

Oost Indische inkt.

De biechtstoel. Een ruimte vol geheimen.

En zo zien misdienaartjes er uit.

De zusters van Liefde aan de Oude Dijk.
Vroeger bestond er een grote behoefte aan geestelijken. Veelal kwamen degenen die de opleiding volgden tot toetreding tot de congregatie, uit grote armoedige gezinnen. Je kreeg een opleiding, had een dak boven je hoofd en je was verzekerd van een baan voor het leven in dienst van van Onze Lieve Heer. Beter kon je het niet hebben. Tja, het celibaat was een heet hangijzer maar dat probleem zou zich vanzelf wel oplossen. Je kon meehelpen aan de creatie van een wereld waarin iedereen gelukkig zou zijn. De geste was zonder meer goed! Heel veel geestelijken hebben hun leven in dienst gesteld van het onderwijs en de ontwikkelingen binnen dat onderwijs om dat te verbeteren. Kinderen die anders een onzekere toekomst zouden krijgen kregen een degelijke opvoeding en leerden een goed vak. Als de basis goed is dan heb je goed fundament om verder te bouwen. Dat had natuurlijk ook zo z'n voordelen voor de rijken die de internaten ondersteunden met hun giften. Daar moet je maar eens rustig over nadenken. Beter zoveel mogelijk in een internaat dan dat ze voor galg en rad zouden opgroeien. Vanzelfsprekend trokken grote huizen met een dure inrichting als eerste het geboefte aan.
Als je weet hoeveel goeds Frans Fransen van Puk en Muk ( frater Franciscus v Ostaden ) en Carl Storch hebben gedaan dan kunnen we ze alleen maar roemen om hun nalatenschap. Frans Fransen niet alleen vanwege zijn Puk en Muk verhalen maar ook door zijn werk voor de klas. De zwakste en moeilijkste leerlingen waren voor hem z'n grootste uitdaging. En dan te bedenken dat van deze twee mensen zo weinig meer in de analen terug is te vinden. Alsof ze bewust uit de geschiedenisboeken en het geheugen zijn gewist. Datzelfde gevoel kreeg ik ook toen ik vrij recent las dat een politieke partij opperde dat de bedenker van de AOW, Willen Drees uit de geschiedenis boeken moest worden verwijdert. Net of de generaties na ons niet hoeven te weten dat we ooit een fatsoenlijke ouderdomsregeling, de AOW, hebben gehad. Ik schrijf het al in de verleden tijd, snap je? Ooit! De politiek is al jarenlang bezig met het afknijpen van zelfs het laagste pensioeninkomen. Hoeveel mensen van nu weten bv dat de partnertoeslag is weggevallen? Mensen zoals ik die vanaf 1950 zijn geboren. Een slinkse verandering om mensen die een leven lang hebben gewerkt een half pensioen afhandig te maken. Want beste lezer, de politiek vergat een paar belangrijke gaten dicht te spijkeren. De wet rammelde aan alle kanten., wij kunnen het weten. Maar wat zeker zo belangrijk is; weet jij wel waarom ze het zo hebben bedacht en wat er voor jou na een werkzaam leven nog binnen komt? De jaknikkers uit de 1e en 2e Kamer die hun goedkeuring gaven stonken er in. Maar goed, ik dwaal weer af. Expres hoor!
Huize Nazareth was een gesticht. Je leerde daar wat opvoeding precies inhield. Orde, netheid en ijver waren de belangrijkste steekwoorden. Ik heb er in elk geval genoeg van opgestoken om samen met mijn vrouw dat erfgoed aan onze kinderen door te geven. Als je in staat bent om te werken voor je geld dan ga je ook werken, respect tonen aan diegene die respect verdienen en zeker zo belangrijk; dat je voor jezelf weet op te komen. Voor mij zijn het de drie pijlers waarop ik al mijn hele leven kan leunen.
Er waren fraters die rake klappen uitdeelden, iets wat ikzelf nooit heb ervaren. Dat gedeelte van de opvoeding hebben wij in huize Lauwerijssen niet in navolging genomen. Onze kinderen hebben nog nooit een opduvel gehad. Of ik me als kind in die negen jaar op dat internaat gelukkig voelde is nog maar de vraag. Ik ben een binnenvetter die niks in die richting liet blijken. Dat ik op deze plek een deel van mijn verhaal vertel is met recht een unicum te noemen. Een ding staat vast; op het moment dat je daar ging wonen werd je onderdeel van het Roomse leven. Het Roomse leven waarin draconische maatregelen geen uitzondering waren. Er heeft genoeg over in de kranten gestaan. Je bent gevormd door alle positieve en negatieve ervaringen die je in je leven hebt opgedaan. Het is ieders taak is om zo positief mogelijk in dat leven te staan.
Op het moment dat het misbruik door de media onder de aandacht werd gebracht was ik van mijn à propos. Nooit heb ik er persoonlijk mee te maken gehad en nooit heb ik daar wat gezien of gehoord. Wie de zondebokken waren maakt voor deze website niet veel uit. Achteraf heb ik ze allemaal meegemaakt maar dat er een link was met Puk en Muk had zelfs ik nooit kunnen vermoeden. De commissie Deetman deed een oproep die was gericht aan oud bewoners van Huize Nazareth over een bepaalde frater. Mijn allereerste reactie was......hij? Juist hij?
In de media sprak men over het misbruik in de periode tussen 1958 en de jaren zestig. Dit speelde reeds in begin vorige eeuw, in de twintiger, de dertiger en de veertiger jaren en later. Wereldwijd zijn instellingen in opspraak gekomen. Recent werd er in Canada een massagraf vol met kinderlijkjes ontdekt achter een tehuis.
Kinderen groeien het liefste op bij hun eigen ouders in een eigen vertrouwde omgeving. In die tijd werden er heel wat kinderen via de kinderbescherming op internaten of uit huis bij pleeggezinnen geplaatst. Zogenoemde weeshuizen die over de gehele wereld waren gebouwd werden vol gestouwd met kindjes. Geen oorlog slachtoffertjes maar kinderen uit gebroken gezinnen of gezinnen waar geen geld was om genoeg eten te kunnen kopen.

Mijn moedertje.

Dit is mijn moeder, waarmee ik een zeer hechte band had. Mam zag er zelfs op latere leeftijd nog goed uit. Ik was best trots op mijn moeder. Een simpele ziel, ruimhartig en snel tevreden. Als ik op haar leven terugkijk heeft ze niet gevonden waar ze naar zocht terwijl ze dat zeker had verdiend. Terwijl ik dit type kijk ik even naar de urn. Ja mam, je staat nu op het internet. Internet? Wat is dat jongen zou ze vragen? Ons mam, altijd is ze erbij als ik hier zit te werken. Mam was een goed mens, zag er ook altijd verzorgd uit en hield haar huisje proper. Moeder was ook telkens weer blij als ze zomaar wat kreeg. Of het nu een oud beeldje was of prularia. Het is net of ik haar weer met dat lachende gezichtje voor me zie en hoor zeggen: oh, onze Cor toch, die kan het ook afgeven. Nou mam, dat weet je hé, daar gaat ie dan. Het is tenslotte ook jouw verhaal, want wat hebben we samen veel meegemaakt!
Laat ik maar eens een flinke stap achterwaarts maken en terug in de tijd gaan. Mijn leven zit zo hectisch in elkaar dat ik wat op en neer hutsel maar het geheel is straks voor iedereen duidelijk en te begrijpen.

Mam

Als moederskind was heimwee een logisch gevolg toen ik in de tweede helft van de jaren vijftig in de vorige eeuw, 1957 was het, naar het internaat werd gebracht. In de jaren daarvoor had ik al regelmatig een ander dak boven mijn hoofd gehad maar deze keer was de verhuizing definitief en langdurig. Ik kwam terecht in een roedel waar je continue op je hoede moest zijn, Al bij binnenkomst werd je voorzien van een persoonlijk nummer. Mijn onvergetelijke nummer was 39. Dat getal werd in je kleren, washandjes en beddengoed genaaid en stond zelfs op het kastje in de zaal. Op de foto zie je de kastjes staan. Daarin kon je dan je dierbare spulletjes bewaren. Zo jong nog en al genummerd worden vergeet je van z'n levensdagen nooit meer. Dat ik iets met de factor drie heb is haast niet voor te stellen maar het is werkelijk waar. Alles in mijn leven heeft iets met die drie te maken.

De recreatiezaal.

Voorafgaand aan de verhuizing naar dat internaat, had ik al op jongere leeftijd last van ernstige bloedarmoede. Op mijn vijfde moest ik daarom naar een gezondheidskolonie op Schiermonnikoog. Mam moest zich met mij melden op het oude Tilburgse station waar ik na controle voor het eerst van mijn leven met andere kindertjes op de trein werd gezet. Op het moment dat deze zich in gang zette probeerde zij nog snel een papieren zak met sinaasappelen door het geopende raampje aan te geven. De zak scheurde open en de sinaasappeltjes rolden over het perron waar ik mijn moeder met betraande ogen steeds kleiner zag worden. Op het eiland Schiermonnikoog stonden destijds twee koloniehuizen. In welk van de twee ik verbleef weet ik niet maar het Roomse ligt het meest voor de hand. Elk jaar logeerden daar zo'n 700 kinderen om aan te sterken. De gezonde zeelucht en de vele pap met vieze vellen die je verplicht moest eten zouden daar wel voor zorgen. Je werd aangemeld op advies van de huisarts wanneer je net zoals ik last had van astma, bronchitis of wanneer je te mager werd bevonden. Met alle drie de aandoeningen was ik gezegend. Daar heb je die factor drie weer.
Dat ik ook hartfalen en vaten problematiek had geërfd wist ik toen nog niet. Nooit niet eerder was ik zo lang van mijn ouders gescheiden. De kinderen van mijn leeftijd hoefden daar niet naar school. Men ging dagelijks wandelen of spelletjes doen. Ik herinner me dat we knipten en plakten en slingers maakten. Veel van hen hadden ongetwijfeld net zoals kleine Cor last van pijn in de onderbuik. Na bijna 3 volle maanden in plaats van de afgesproken 6 weken, door heimwee aan het bed gekluisterd te zijn geweest, mocht ik eindelijk naar huis. Vanwege een hevige storm mocht de veerboot die dag niet varen en moesten we een nachtje langer blijven. Echt aangesterkt kwam ik er niet vandaan, eerder zwakker. Wat was ik blij toen ons mam mij weer in haar armen sloot. In 1972 stopte men met deze gezondheidskolonies omdat de kneusjes schijnbaar op waren. Mijn blijdschap over de hereniging was echter van zeer korte duur. Het ging thuis niet goed tussen mijn ouders. Moeder nam de kuierlatten om in het Tilburgse Pieter Vreedepad te gaan wonen. Jaren later hoorde ik dat ze voor mijn vader niet veel in het huis had achtergelaten. Het bed, 'n tafel met een stoel en borden met wat bestek. Precies datgene wat bij wet verplicht was.




Mijn speelkameraadje op een eerder huisadres aan de Transvaalstraat( de villa foto rechtsboven ) heette Joke van Erven. Een klein schriel manneke dat bij ons thuis door de houten vloer van de buiten wc was gezakt. Joke zat nog net met z'n onderlip boven de stront. Met z'n vingertopjes kon hij zich nog aan de rand vastklampen terwijl hij krampachtig z'n kin omhoog drukte om geen vuiligheid binnen te krijgen. De poep stond tot bijna aan de rand van de zijn onderlip. De strontschepper was nog niet langs geweest met zijn paard en wagen. Moeder kwam op mijn hysterisch gegil af en was net op tijd om hem omhoog te hijsen. Het schoonwassen en poetsen heeft nog behoorlijk lang geduurd. Joke liep ik 18 jaar later weer tegen het lijf bij vrienden in de Clerckstraat, waar ik ook Helma, mijn in 1976 overleden vrouw had leren kennen. In de Transvaalstraat woonden we tussen 1952 en 1955. Ik ben van 1950, dus oud was ik niet. De verhuizing van de Transvaalstraat naar het huis aan de Beekse dijk 125 9 nu (Korhoenstraat) was zonder meer een hele vooruitgang. Het was ook een mooi huis. Kort daarop door problemen opnieuw te moeten verkassen was voor mij behoorlijk ingrijpend. Dit keer zonder mijn pa vertrokken we naar het Pieter Vreedepad, midden in het Tilburgse centrum. Je ziet de villa's, oorspronkelijk "wevershuisjes genoemd" op de foto's links.


Transvaalstraat Tilburg

Door toestanden op het nieuwe adres in dat Vreedepadje op nr 17 werd ik een paar keer bij tante Luus in de Veldstraat ondergebracht. Uiteindelijk moest ik uit huis worden geplaatst. Het jongens tehuis Huize Nazareth was gelukkig dichtbij. Mam probeerde van alles om me bij haar te houden maar dat lukte gewoonweg niet. Het was voor mij wel duidelijk dat ik niet gewenst was. Vanwege haar baan op textielfabriek de Wolkat kon ze niet met mij rond blijven zeulen. Voordat de definitieve beslissing viel wilde ze nog één keer alles op alles zetten. Ze ondernam tijdens een hevig noodweer een laatste poging om terug naar mijn eigen vader te gaan. Na een aantal keren te hebben getrokken aan de oude koperen trekbel ging boven op de slaapkamer het licht aan. Onze pap opende het raam op een klein kiertje. Frans, mag ik aub terugkomen? riep ze, terwijl de harde regen in onze gezichten striemde en onze kleding doorweekte! Mijne kleine kun je achterlaten maar jij komt er hier nooit meer in, snauwde hij haar toe. Mijn vader stond bekend als een stijfkop die erg lang boos kon blijven. Soms wisselden ze om helemaal "niets" wekenlang geen woord met elkaar. Daar ging ons mam, als een verzopen kat, met hangende pootjes met mij op de arm via de Broekhovenseweg naar haar onderkomen. Vanuit mijn ooghoekjes kon ik nog net een glimp opvangen van de Pius 10 kerk waar ik regelmatig op het plein had gespeeld.

Personeel van de wollenstoffenfabriek WOLKAT.


Drie oude foto's van de Firma WOLKAT aan de Hilvarenbeekseweg.



Mam was radeloos en reddeloos in de situatie waarin ze verzeild was geraakt. De opvang van pater Poels in Tilburg had gekund maar dat was ook geen definitieve oplossing. Ik zou hoe dan ook in het gesticht terecht zijn gekomen. Juli 1958, een maand voor mijn 8e verjaardag vertrok ik met mijn bruine koffertje naar Huize Nazareth. Ik had het geluk dat de zus van mam in de buurt was komen wonen. Daarmee had ik toch het gevoel dat ze dichtbij me waren. Als mam niet hoefde te werken, of als ze daar s' avonds op visite ging, kwam ze tegen alle regels in even binnen wippen. Overdag zat ik op de b.l.o. school "Don Savio" van het internaat. Ze hield het scherp in de gaten! Het voortijdig bezoek werd getolereerd door de fraters. Overdag, als moeder een vrije dag had bleven de beide zussen eventjes stil staan om te kijken of ze mij zagen zitten. Dan werd er even gezwaaid, gaven we handkusjes, waarna ze gearmd verder liepen. Mam en ik waren in alle staten want ze we hadden mekaar weer gezien. Allebei hadden ze zo'n idioot hoofddoekje of regenkapje van de Hema op hun hoofd. Daarna kon ook ik met frisse moed verder met de vele schrijfoefeningen, want schrijven met mooie lussen, nou dat leerden we wel daar bij de fraters.








In het begin zat ik in de klas aan de straatzijde op de bovenste verdieping. Kijk 'm eens braaf zitten hier aan de linkerzijde. Vanachter het houten lessenaartje zat ik vaak naar buiten te turen. Een oplettende leerling was ik niet maar meer een dromer. Daarom kreeg deze jongen vaak een borstel naar z'n koppie gesmeten of ontving ik een ferme tik met de liniaal op de vingers. Die afwezigheid is tot op de dag van vandaag gebleven. Meer zo'n verstrooide professor die het verkeerde antwoord geeft omdat hij de vraag niet verstond. Mijn gedachten komen nooit tot rust, zelfs niet als ik slaap want ook dan sla ik volgens mijn vrouw af en toe wartaal uit en lijkt het alsof er een mohammedaan in bed ligt ligt te jammeren. Je was weer eens goed bezig vannacht, het lijkt wel Arabisch zegt ze dan, ik doe geen oog dicht met jou. Wie weet was ik in een vorig leven op een andere tijdlijn wel 'n kamelendrijver.

Moeder trouwde in 1948 met diegene waar ik naar ben vernoemd. Toen ze daar al snel was weggevlucht en bij mijn biologische vader ging wonen raakte ze in verwachting. De scheiding was nog niet afgerond omdat hij die bewust tegenhield. Nadat ik was geboren deed hij bij de gemeente Oisterwijk de geboorteaangifte. Ondanks de vele vragen die ik later stelde heeft mam altijd verzwegen waarom ze al na een paar maanden de kuierlatten had genomen. De familie, liet ook niks los. Ze heeft het me nooit willen vertellen en nam na haar dood dat goed bewaarde geheim mee op de laatste reis. Op 21 augustus 2007, op mijn verjaardag notabene, werd ik gebeld door een rechercheur uit Tilburg. Hij zocht de oudste zoon van een toen 81 jarige arrestant. Weet je nog dat ik hierboven schreef dat hij mijn geboorte had aangegeven? Zoiets kun je niet verzinnen. De netelige zaak haalde de kranten, het NOS Journaal, SBS en nog wat zenders. Er werd ongevraagd een hele oude wond opengereten. Mams uit schaamte verborgen gehouden geheim kwam 60 jaar later toch boven tafel. Eindelijk mam, ze hebben 'm toch te pakken.

Moeder, de jongste telg, verliet als laatste het ouderlijk huis. Haar broers en haar zus waren getrouwd en hadden hun eigen stekkie. Oma was weduwe en hertrouwd. Hij was een mollenvanger die met zijn fox-hondje de gigantische tuinen van de Oisterwijkse elite onderhield en mol vrij maakte. De gestroopte velletjes verkocht hij. ( foto is voorbeeldfoto) Dat dit vroeger een veel voorkomend beroep was kun je je nu haast niet meer voorstellen. Mollenvanger! Ik heb hier thuis een schilderijtje van een bungalow uit Oisterwijk( Klompven Nr 4 ) dat hij heeft geschilderd. De bewuste woning is afgebroken. Mijn pleegouders lieten dat schilderijtje enkele jaren geleden als cadeau restaureren. Mam heeft het haar hele leven lang overal mee naartoe gezeuld net als de mooie foto waarop ze 18 was. Moeder heeft een vaste plek in ons hart en een plekje bij ons aan de muur.


Linksboven zie je een foto uit 1951. Moeder en ik als baby staan in het cirkeltje. Mijn pa staat er naast. Dit is de enige foto waarop ik als baby deels zichtbaar ben. Derde en vierde van rechts op de foto zijn tante Berta en ome Wim de broer van mam met hun zoontje Wil. Laatstgenoemde, een neef van mij werd in de jaren negentig in Tilburg vermoord door zijn vrouw z'n eigen zoon. Ze hadden hem in de keuken opgewacht en met een hamer de schedel ingeslagen toen hij binnenstapte. Hij dronk en gedroeg zich dan als een tiran hoorde we van Ome Wim en tante Berta. Van wie hij dat had weten we niet. Ik kende hem ook niet als een agressief iemand. Ik kreeg nog eens gratis een autootje van hem, 'n goggomobiel. Reed net zoals 'n oud Dafje. Van mijn moeder en vaders kant waren er overigens geen drankorgels. Pap dacht alleen aan werken voor zijn gezinnetje, rookte niet en dronk geen druppel alcohol. En o, ja, van de kerk en de pastoor wilde hij absoluut niks weten.


Pa was een jaar of tien ouder en is op het familiekiekje halverwege in de dertig. Moeke was toen een jaar of 25. Het is de enige foto waarop hij staat. Het kiekje hierboven is in 1951 op een communiefeestje genomen in de Bossche volkswijk De Siep, een vogelwijk. Ik weet nog dat de familie bereikbaar was via een boog Het rondkruipen op de binnenplaats en mijn neef, de kleine Giel, die me langs de wateren in Den Bosch meezeulde, het is vaag maar flarden daarvan zitten er nog. Deze tak van de familie heb ik nooit goed leren kennen. Als je goed kijkt zie je de boog. De familieleden die nog leven waren kwamen ook naar mams crematie.

Op 14 Maart 1976 werd ik na 8 maanden huwelijk op mijn 25e weduwnaar. Mijn vrouw Helma was 7 maanden zwanger. Hiernaast staan we samen afgebeeld. De foto is in Duitsland genomen tijdens onze huwelijksreis. Mijn schoonvader was psycholoog aan het Tilburgse Maria ziekenhuis. Helma was hoofd op de verloskamer van het St Elisabeth ziekenhuis. Ze beheerste 7 talen in woord en geschrift en was het oogappeltje van haar vader. Kort na ons huwelijk stapte ze over naar Streekziekenhuis Dongemond in Raamsdonkveer vanwege de kortere reistijd vanuit Breda. Ze kreeg staphyloccocen op de longen en binnen drie dagen tijd overleed ze samen met onze baby. Cor, er komt een tijd dat je je leven weer moet gaan oppakken fluisterde pa zachtjes in mijn oor op haar begrafenis. En dat heb ik ook gedaan. Jeannette en ik zijn op 1 september 2022 weer 39 jaar gehuwd. De tijd vliegt voorbij. Ingrijpende gebeurtenissen vergeet je nooit meer.
Het duurde ruim dertig jaar voordat de familie uit Den Bosch de band met mijn moeder herstelde. Dat krijg je als de een na de ander ziekelijk wordt. Moeder ging ze op latere leeftijd regelmatig met de trein in 's-Hertogenbosch bezoeken. Haar broers waren daar blij om. Iedereen van de familie had longproblemen en zijn daar uiteindelijk aan gestorven. De jongste broer van ons mam was 17 toen hij aan tbc overleed. Die sliep zelfs een paar jaar lang in een tentje in de tuin.


Ome Wim, een andere broer heeft lang in het Tilburgse Pius Oord gelegen. Mam was de jongste telg en stierf als laatste. Ze heeft nooit met één kwaad woord over iemand gesproken. Van mijn vaders kant hadden ze hartkwalen en net zoals ik slechte bloedvaten waaraan ze uiteindelijk stierven. Pap was in de veertig toen magere Hein hem kwam halen. Op z'n werk bij de Regenboog was hij in elkaar gezakt en overleden aan een hartstilstand. Dat gebeurde toen ik op het internaat woonde. Er werd me door de fraters niets verteld waardoor ik niet bij zijn begrafenis aanwezig was. Ikzelf was net zoals hij ook 46 toen ik mijn vier bypasses kreeg. Tijdens mijn opname in de Klokkenberg zag ik mijn hele leven aan me voorbij trekken. Na alle onderzoeken die ik vooraf moest ondergaan kwam toch het moment dat Jeannette huiswaarts ging. Het meest enge was dat de mogelijkheid reëel aanwezig was dat ik mijn vrouw en kinderen niet meer terug zou zien. Met die gedachte viel ik in slaap.

Frater Leopold in de missie
Mijn grote avontuur begon zoals gezegd op een zaterdagochtend in de warme zomer van 1958. Ik werd door mam met water uit een emmer gewassen en vervolgens per benenwagen naar Huize Nazareth gebracht. Ik droeg het kleine bruine koffertje met daarin wat schamele kleertjes. Wat ik toen niet wist, was dat Frans, waarmee ze 8 jaar getrouwd bleef, het koffertje op het Tilburgse station had gejat. Bij de inhoud zat ook een blokfluit die hij me had meegegeven. Om tien uur die zaterdagochtend werden we bij de fraters verwacht. Ik begreep niet goed wat er zou gaan gebeuren en kreeg het bekende gevoel van een zware steen in mijn maag. De hoofdingang van dat gigantische gebouw bevond zich in het midden bij de grote boog. Via een klein deurtje aan de linkerkant kwamen we in een brede gang waar een aantal pingpongtafels stonden opgesteld. We mochten in een zijkamertje plaatsnemen en werden even later begroet door directeur frater Reinardus. Op de foto staand 2e van links en rechtsonder in de klas. Frater Leopold links op de voorgrond was later de voorlees frater van Puk en Muk. Dat jaren later bekend werd dat hij zoveel zwarte vlekken op z'n ziel had staan was dan ook een domper. Meteen moest ik denken aan Henk die in zijn berichtje schreef; arme zwartjes. De commissie Deetman plaatste een oproep richting slachtoffers.

Fraters van Huize Nazareth

Frater Reinardus voor de klas.
Reinardus was een vriendelijk ogend man met zilvergrijs haar en gaf ook les op school. Hij droeg een witte boord om zijn nek en had een lang zwart kleed aan waaraan een joekel van een rozenkrans hing. Er werd het een en ander uitgelegd om daarna naar een grote zaal te worden gebracht. Even samen rondkijken, een afscheidskus van ons mam en daar stond ik in mijn korte fluwelen broekje met galgen. Verder was er niemand, want in die tijd moesten we op zaterdagochtend nog tot half een naar school. Mijn God, zeven jaar oud was ik nog maar en wat voelde ik me eenzaam.

Reinardus
Ik hoor haar nog zeggen; hier zit je echt beter jongen, je krijgt op tijd te eten, je mag onder de douche, je kunt er met andere kinderen spelen en op school leer je een vak voor later. Frans en jij klikken niet, bij je vader mag ik niet meer terug komen en ik weet niet waar ik naar toe kan. Er komt ook nog een broertje of een zusje bij. Je woont toch nog vlak bij mij en Tante Luus en ik kom je zo vaak mogelijk opzoeken. Als je hier gewend bent mag je op weekend komen. Daar ging ze, huilend terug naar het oude arbeidershuisje aan het Pieter Vreedepad nr 17 en haar Frans, 'n weduwnaar, papa van 4 kinderen die elders waren ondergebracht na het motor ongeluk waarbij z'n vrouw het leven liet. Hij was het James Steward type, de populaire Amerikaanse filmspeler uit die tijd. Althans dat dacht hij.


Frans spookte vaak door mijn hoofd. Ik probeerde antwoorden voor zijn gedrag te vinden. Na dat ernstige motor ongeluk waarbij z'n vrouw was omgekomen lag hij maandenlang in een diepe coma. Daarom werden zijn kinderen destijds uit huis geplaatst. Het tv programma Spoorloos was naar een van hun op zoek en besteedde er aandacht aan. Ik heb op de oproep gereageerd. Met een zus heb ik nog contact gehad over de zoektocht en hoorde dat de gezochte zus was overleden. Misschien had moeder medelijden met hem en dacht ze dat er best iets van te maken zou zijn. Twee van zijn kinderen, Annie en Mientje kwamen vanuit een meisjesinternaat 'De Spankel" in Veldhoven/Meerveldhoven zo nu en dan op weekend. Dan gingen we naar het Wilhelminapark waar een prachtige kiosk stond. Het Wilhelminapark dat nu net zoals het Leijpark geen enkele sfeer meer uitademt. In een zijstraat, 't Smidspad' heb ik later 3 jaar naar volle tevredenheid bij de Schiedamse Lederwarenfabriek gewerkt. Als de kinderen kwamen of wanneer wij naar Meerveldhoven reden waren dat leuke uitstapjes. Voor mij was Frans een regelrechte Jan Doedel. Hij kon mij niet gebruiken en ik weet dat ik hem ooit toeschreeuwde; als ik later groot ben stomp ik je helemaal in elkaar klootzak. Zo'n beetje het sfeertje zoals in de film Ciske de Rat. Dan moest ik het op een lopen zetten en op het hoekje van de Telegraafstraat gaan staan wachten tot mam van haar werk thuis kwam. Moeder werkte voor de kost op de toddenkeet van mijnheer Piet van de WOLKAT. Dat was een goeie man zei ze. Frans deed niet veel, dat had ik al heel snel in de smiezen. Toch had hij kort daarna een baan als grondwerker gevonden. Als er dan niemand thuis is als de school uit gaat dan moet je toch naar binnen kunnen. Daarom zat ik nu in het internaat was mijn stellige overtuiging en natuurlijk ook door de onmin. Ons mam was zwanger maar moest met mij achterop de bagagedrager op een middag zijn boterhammen en de Exotafles met thee brengen.




Wat een eind trappen over de oude dodenweg. Zodra we Tilburg uit waren gefietst had je aan de rechterzijde het Tilburgse Dierenpark. Daar ben ik later vaak geweest. Berry een overleden collega van me heeft er in de jaren zestig gewerkt als verzorger. Soms lag er een dood aapje in de kooi. Tijdens het middageten ging dat dode beestje in een bak met kokend water om uiteindelijk een schoon schedeltje over te houden. Dat schedeltje kwam dan vaak als asbakje bij een hippie in huis te staan. Gek, dat dit soort herinneringen die kwijt waren weer boven komen drijven. Maar goed, ik zat achterop de fiets in de stromende regen! Bij het gehucht Dorst, gelegen net voor Breda waren ze aan de linkerkant op een zandweggetje met de schop sleuven aan het graven. In de stromende regen naar Dorst. Het mens zat helemaal stuk toen ze daar arriveerde. Frans kon even pronken met wat hij had veroverd. Daar gingen we weer, het hele eind terug. Zo, dat was weer een hersenspinseltje.




Onze aap op de zaal.
Nadat moeder mij op Huize Nazareth had achtergelaten en was vertrokken bekroop mij het gevoel van heimwee. Het liefst wilde ik achter haar aanhollen. Via de lange gang aan de straatzijde kon ik nog een heel eind meehuppelen en via de vele hoge ramen moeder uitzwaaien. Totdat ze de bocht omging en uit het zicht verdween! Het eerste half jaar mocht je geen bezoek ontvangen laat staan op de zondag naar huis. Op 1 okt 1958, kreeg ik er een zusje bij. Ons Sjannie afgebeeld op de foto's hierboven, zag het levenslicht. Het was de datum dat ook Frater Reinardus jarig was. Die eerste ochtend in het gesticht liep ik wat rond en nam goed in me op wat ik er allemaal zag. De Kongo-papagaai zou later door mijn frietje, gekocht bij Harrie den buik aan de Trouwlaan, stikken). Een klein aapje ( het hiernaast afgebeelde aapje ) dat venijnig in je hand beet als hij die naar zich toe kon trekken. Een biljart met een joekel van een legpuzzel erop en talloze ingebonden boeken met plaatjes. Er stond zelfs een televisie. Ik had voordien weleens op de woensdag of zaterdagmiddag bij een vriendje voor een duppie televisie mogen kijken. Ze woonden in een mooi huis ergens opzij van het NS Plein en waren aan de meubels te zien zichtbaar in goede doen. Welgesteld en dan een dubbeltje vragen om naar Dappere Dodo of tante Hannie te mogen kijken. Waarschijnlijk heb ik toen mijn vooroordelen over maatschappelijke verschillen al gevormd. Vervolg op deel 2.


Voor een duppie tv kijken.
All rights reserved by Cor Lauwerijssen. This website including pictures and the personal story. The Puk and Muk database are intellectual property of Puk and Muk Site. Any abuse, non-authorized reproducing or copying is strictly prohibited. Copyright by [JP-Lauwerijssen-4731210850-EPOB-OIST.NL-RN-COR.]
Cor Lauwerijssen.[Puk en Muk site naar een idee van Lauwke Tod.] Alle rechten op de inhoud voorbehouden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb