Carl Storch: Oorsprong van Puk en Muk (deel 1)

In 1906 verschenen de eerste tekeningen van Puk en Muk, in het Duits Puckchen und Muckchen geheten, in het jeugdtijdschrift Seraphischer Kinderfreund.

Karl, Carl storch

Er bestaat regelmatig verwarring over de namen Carl (de jongere) en Karl (de oudere). Tijdens mijn verkenningen binnen de kunstwereld ontdekte ik iets opmerkelijks: Carl (1868) Storch (1868-1955), ook bekend onder de namen Carl Storch, Karl Storch en Karl (1868) Storch. Hij was actief als karikaturist, beeldhouwer, illustrator en schilder.

Opvallend is dat beide namen vaak onder dezelfde classificatie vallen en gemakshalve hetzelfde geboortejaar krijgen toegewezen. Mijn intentie is niet om verwarring te zaaien, maar na jaren van onderzoek heb ik mijn eigen twijfels ontwikkeld. Vooral omdat er zo weinig naslagwerk over Carl te vinden is.

Let eens op de signatuur op illustraties en boeken met dezelfde titel—je zult merken dat beide achternamen regelmatig voorkomen. Op deze site presenteer ik een aantal voorbeelden hiervan. Klik op een afbeelding om deze beter te bekijken. Binnenkort zal dit voor vrijwel alle plaatjes mogelijk zijn.

Op de foto bovenaan rechts gemaakt in 1938 is Carl Storch 70 jaar oud. Deze foto kreeg ik inmiddels jaren geleden uit het archief voor gebruik tijdens exposities en voor plaatsing op mijn Puk en Muk site. Nu zie ik deze foto op verschillende websites staan. Toch fijn dat ze hem downloaden. De grote foto was de allerlaatste van hem.  

De verwarring tussen Carl en Karl Storch lijkt diepgeworteld in de kunstgeschiedenis. Beide namen worden inderdaad genoemd als illustratoren van werken zoals Maus und Molli en Kribbel-Krabbel2. Daarnaast komt Karl Storch ook voor in enkele uitgaven van de Zwergenkalenders.

De geboortedata en sterfjaren maken het nog ingewikkelder: Karl Storch werd geboren in 1864 en overleed in 1954, terwijl Carl Storch werd geboren in 1868 en stierf in 19554. Hun tekenstijl vertoont sterke overeenkomsten, en sommige pentekeningen die in Duitsland en Oostenrijk worden aangeboden, worden gesigneerd met "Carl Storch, geboren 1864 en overleden 1954"—wat de verwarring alleen maar vergroot

Het lijkt erop dat er sprake is van een mix-up in de documentatie en toeschrijvingen. Misschien waren het toch twee verschillende personen, of is er een historische fout in de archivering geslopen? 

De allerlaatste foto die genomen is van Carl Storch

Carl Storch  foto uit 1938

Pagina uit de Engelbewaarder; Muk de drakendooder in de oude spelling

Carl-Storch de bedenker van de figuurtjes Puckchen-und-Mukchen-Weinachtskribbe.

Carl Storch

Snuisterijen van Carl Storch blijven gewilde handelswaar. Hierboven zie je een brief die aan beide zijden is beschreven. Een deel van de inhoud en de vraagprijs geven een interessant inkijkje. Toevallig ben ik dezezelfde brief al meerdere keren tegengekomen op andere verkoopsites—een goed voorbeeld van hoe belangrijk het is om altijd alert te blijven. Hetzelfde beeld zie je ook bij vervalste pentekeningen van C.Storch die voor 400 euro worden aangeboden. 

Zeichner, Bildhauer und Karikaturist Carl Storch (1868–1955). Eigenhändiger Brief mit Unterschrift. Salzburg. 3 Seiten auf Doppelblatt. Groß-8vo. Mit eigenhändig adressiertem Kuvert. Preis: 250 € (25218).

An Reinhold Glaser vom „Salzburger Volksblatt“: „[...] Ihre kurze Besprechung haben Sie sehr treffend formuliert. Besonders der Satz ‚Gestaltung allein, getrennt von jeglichem persönlichen Ausdruck, ist niemals Kunst’ ist eine neue und bemerkenswerte Perspektive – großartig! Nochmals vielen Dank [...] Eine kleine Bitte hätte ich noch: Bitte lassen Sie die genealogischen Beziehungen zu meinem Vater lieber ganz weg. Sollten Sie dennoch Wert auf meine Abstammung legen, so reicht es vielleicht zu erwähnen, dass ich aus einer alten Ofner Patrizierfamilie stamme und in ihrer wohlgepflegten Herde als das schwarze Schaf bezeichnet werde [...]“.

 

Waren het toch twee verschillende personen of hebben we hier te maken met een en dezelfde die bijdrage leverde aan Maus und Mollie en aan de Zwergenkalenders. Het antwoord heb ik je eigenlijk al gegeven.

Wat is van wie? En misschien zelfs, wie is wie? Eerst maar een algemeen schrijven voor de Duitstalige bezoekers. Let op de dik gedrukte tekst.

Der Illustrator, Karikaturist und Bildhauer
Carl Storch entstammte einer alten Ofner Patrizierfamilie
und er wurde vor allem durch seine Buch-Illustrationen bekannt und populär.
Er zeichnete die Bilder zu bekannten Kinderbüchern wie "Puckchen und Muckchen" (06) mit 12 verschiedenen Ausgaben - vor allem in Zusammenarbeit mit dem Autor Frans Fransen,
"Das lustige Bilderbuch für brave Kinder" (06), "Kribbel-Krabbel" (11), "Fips und Jokko oder
die durchgebrannten Affen" (12), "Maus und Molli" (20), die dem Vorbild von Wilhelm Buschs
"Max und Moritz" als weibliche Pendants folgten , "Ui! 5 gar drollige Geschichten von zwei
kleinen Bösewichten" (21), "O weh! 3 Tage Ferien für Fritz und Greti" (24), "Vom Hasen
und Igel und anderem Getier" (25), "Beim Osterhasen" (29), "Die Schildbürger" (30)
und "Hans im Glück" (35).

Mit einem kleinen Augenzwinkern sind die humoristisch gestalteten Figuren des Salzburger Grafikers und Karikaturisten Carl Storch zu betrachten. Für diese Krippe nutzte der Künstler ein deutlich bäuerliches Milieu. Ein mit Herdstelle und Küchengerät ausgestattetes Bauernhaus dient als Stall, zu dem Hirten und Bauern kommen. Die Engel auf dem Dach beobachten neugierig die Szenerie und scheinen dabei fast von oben herunterzufallen.

"Max und Moritz" als weibliche Pendants folgten , "Ui! 5 gar drollige Geschichten von zwei
kleinen Bösewichten"

Daneben illustrierte er weitere Bücher wie "Gedichte von Adelbert Chamisso" (1890),"Uhlands Gedichte und Dramen" (00), "Heinz Wolframs Weihnachtsgeschenke" (25), "Zaubermärchen der Gebrüder Grimm" (25), "Aufrichtigkeiten - Der heitere Bücherschrank" (25), "Märchen von unheimlichen Leuten" (26), "Der getreue Eckart" (30), "Struwwelpeters Kameraden" (31), "Zwergenkalender für die Jugend" (31), die zweiwöchentlich erscheinende Zeitschrift "Jugendlust" (32-39), "O Wunna über Wunna - Ein altes Krippenlied aus dem Salzkammergut" (45), "Lachendes Österreich" (48), "Steinbreners Universalkalender" (50) und "Märchen, gesammelt von den Gebrüdern Grimm" (52). Carl Storch steuerte zudem zahlreiche humorvolle Bilder für die "Fliegenden Blätter" bei, wo er ab 1897 bis 1925 über 820 Beiträge schuf, für den "Simplicissimus" sowie in den 30er Jahren "Ostmarkkinder", einer Kinderbeilage der Jugendzeitschrift "Jung-Österreich". Neben seiner zeichnerischen Tätigkeit wurde Carl Storch auch für seine Krippenfiguren bekannt.

Binnen het brede scala van kunstenaars uit de late 19e en vroege 20e eeuw werden illustratoren, waaronder Carl Storch, sterk beïnvloed door het werk van de humoristische Wilhelm Busch.

Carl Storch werd geboren in 1868 in Boedapest, destijds de tweede hoofdstad van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. Hij begon zijn carrière met illustraties van enkele klassiekers uit de Duitse literatuur en werkte voor verschillende kranten, waaronder het beroemde satirische weekblad Fliegende Blätter. Dit blad had enkele decennia eerder al de cartoons van Wilhelm Busch gepubliceerd.

Busch’s meesterwerk Max und Moritz (1865) vormde een belangrijke inspiratiebron voor veel illustratoren, waaronder Storch en Meggendorfer. Hun werk vertoonde sterke overeenkomsten, en in veel boeken uit die tijd waren kabouters prominent afgebeeld.

Kribbel Krabbel en Fips Und Jokko van Carl Storch

Weinig mensen weten dat de tekeningen van Carl Storch ook werden gepubliceerd in Franstalige tijdschriften, zoals Le Rire, naast zijn werk in het Duitse Fliegende Blätter. Vooral in oudere edities is te zien hoe Storch op speelse wijze experimenteerde met kabouterfiguurtjes, een motief dat regelmatig terugkeerde in zijn illustraties.

Weekblad Le Rire waar Carl Storch ook tekeningen voor maakte.

Le Rire (Frans: Het Gelach) was een kunst- en satiretijdschrift dat oorspronkelijk wekelijks verscheen. Vanaf 1946 werd het een maandblad. Het werd gepubliceerd in Parijs van 1894 tot 1971, met enkele onderbrekingen: tussen 1940 en 1945 en van eind 1949 tot september 1951.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd een speciale editie, Le Rire Rouge, uitgebracht vanaf 1914 als een "oorlogsuitgave". Carl Storch droeg ook illustraties bij aan Le Rire, waarmee hij zijn kenmerkende stijl verder verspreidde binnen de Franse kunst- en satirewereld.

Carl Storch in Le Rire.1

Carl Sorch in Le Rire.2

Carl Sorch in Le Rire.3

Carl Storch in Le Rire.4

Carl Storch in Le Rire.5

Logo Fliegende Blätter 

Carl Storch was illustrator van diverse boeken, waaronder sprookjes van de Gebroeders Grimm en Die Schildbürger. Dit laatste boek is bijzonder zeldzaam en bevat een verzameling volksverhalen die teruggaan tot de late 16e eeuw.

Maar laten we nu verder gaan met afbeeldingen van de inmiddels minstens zo zeldzame Fliegende Blätter. Dit humoristische, rijk geïllustreerde Duitse weekblad werd voor het eerst gepubliceerd in München door uitgeverij Braun und Schneider. Afhankelijk van de bron verscheen het eerste nummer op 3 oktober of 7 november 1844.

De eerste edities verschenen onregelmatig, maar vanaf nummer 4 werd het tijdschrift twee- tot driemaandelijks uitgebracht. Pas vanaf nummer 26 werd het een wekelijkse publicatie. Het laatste nummer verscheen op 28 september 1944. In de loop van 100 jaar groeide Fliegende Blätter uit tot een indrukwekkende collectie van 200 delen, meer dan 5000 nummers en 90.000 pagina’s.

Schimmstunde I Federzeignung von Carl storch uit de Fliegende Blätter kost Euro 950,00 

Carl Storch was illustrator van diverse boeken, waaronder sprookjes van de Gebroeders Grimm en Die Schildbürger. Dit laatste boek is bijzonder zeldzaam en bevat een verzameling volksverhalen die teruggaan tot de late 16e eeuw.

Maar laten we nu verder gaan met afbeeldingen van de inmiddels minstens zo zeldzame Fliegende Blätter. Dit humoristische, rijk geïllustreerde Duitse weekblad werd voor het eerst gepubliceerd in München door uitgeverij Braun und Schneider. Afhankelijk van de bron verscheen het eerste nummer op 3 oktober of 7 november 1844.

De eerste edities verschenen onregelmatig, maar vanaf nummer 4 werd het tijdschrift twee- tot driemaandelijks uitgebracht. Pas vanaf nummer 26 werd het een wekelijkse publicatie. Het laatste nummer verscheen op 28 september 1944. In de loop van 100 jaar groeide Fliegende Blätter uit tot een indrukwekkende collectie van 200 delen, meer dan 5000 nummers en 90.000 pagina’s.

 

Fliegende Blätter.1

Fliegende Blätter.2

Fliegende Blätter.3

Fliegende Blätter.4

Fliegende Blätter.5

Fliegende Blätter.6

Fliegende Blätter.7

Fliegende Blätter.8

Fliegende Blätter.9

Carl Storch aquarel "Reste-Trinker" ca1900

Aan de linkerzijde zien we een tekening van Carl Storch, getiteld Noagal-Zutsla (Reste-Trinker). Dit originele aquarel, circa 54x35 cm op schilderkarton (67x48 cm), dateert van rond 1900. Mogelijk was het een voorstudie voor publicatie in tijdschriften zoals Jugend, Fliegende Blätter of Simplicissimus, of diende het vanwege het formaat en de uitvoering als model voor een boekillustratie. Storch leverde een groot aantal tekeningen aan diverse bladen.

De grote tekening uit 1897, hieronder afgebeeld, is van een geheel andere stijl. Hoewel het lijkt alsof het uit afzonderlijke illustraties bestaat, betreft het hier een samengestelde, collage-achtige afbeelding. Het thema, De Duitse koloniën, maakt dit werk tot een echte zeldzaamheid. De verschillende koloniale scènes vloeien visueel in elkaar over en vormen een onafscheidelijke eenheid.

Een opvallend detail zijn de twee handtekeningen: R. Bong en K. Storch. Wie waren zij, en hoe kenden ze elkaar? Karl Storch (de oudere) was in 1897 een gerespecteerde illustrator, terwijl Richard Bong een getalenteerde houtsnijder en drukker was. Afgebeeld van links naar rechts: 1. Boomhut van Papoea, 2. Zwart-wit afbeelding van de beschermingsmacht, 3. Fort in Lindi, 4. Nieuw-Guinea hut, 5. Guest House, 6. Tabaksplantage,  7. Idool uit Nieuw-Guinea, 8.Tropische zweefbaan, 9. Lazarethbaracke, 10. Heilig huis

 

Zeichnung-der-kille-welt, "De Duitse koloniën" Tekening Van C. Karl Storch  "Aus Unsere Kolonien" 1897 

Seraphisches Kinderfreund was een tijdschrift dat werd uitgegeven door de kapucijnen in Ehrenbreitstein, een plaatsje nabij Koblenz in Duitsland. In 1924, 1926 en 1928 verschenen daar drie boekjes onder de Duitse titel Puckchen und Muckchen.

Het duo Puckchen en Muckchen dook al in 1906 op in de Liebeswerkkalender, die vanaf 1917 onder de naam Zwergenkalender werd uitgegeven in het Oostenrijkse Linz. Beide publicaties kwamen via dezelfde uitgever op de markt: Seraphisches Liebeswerk, een vereniging die werd opgericht door Pater Cyprian.

Pater Cyprian. 

Pater Cyprian.

Pater Cyprian.

Kapucijnen klooster in Ehrenbreitstein Koblenz.

De kapucijnenorde, opgericht in 1889 door Pater Cyprian, speelde een grote rol in het leven van vele kinderen. De orde nam de zorg op zich voor de opvoeding, opleiding en verzorging van katholieke weeskinderen die religieus en/of zedelijk verwaarloosd waren.

Hun doelstelling vertoonde sterke overeenkomsten met die van het Jongensweeshuis in Tilburg, dat eveneens streefde naar een veilige en vormende omgeving voor kwetsbare kinderen.

Liebeswerkkalender 1914

Liebeswerkkalender 1915

Liebeswerkkalender 1916

Liebeswerkkalender 1918

Liebeswerkkalender 1925

Net zoals in Nederland werden er in Duitsland steeds meer tehuizen gesticht voor kwetsbare groepen. Ook hier was men afhankelijk van de goedheid en donaties van welgestelde lieden. Via een lidmaatschap betaalde men tien pfennig per maand, waarvoor men een prent met eigen naam ontving, evenals het geïllustreerde verenigingsorgaan Seraphisches Kinderfreund, opgericht in 1890.

Carl Storch was verantwoordelijk voor de illustraties in dit tijdschrift, onder de naam Klansenmaler Klecksel. In de oude Zwergenkalenders en Seraphisches Kinderfreund werden zijn tekeningen vaak vergezeld door één of twee regels rijm, op een manier die sterk deed denken aan Wilhelm Busch.

Beide kunstenaars zagen de wereld als waarnemers van menselijke zwakheden en gebreken. Busch was in zijn illustraties een pessimist, die kilheid, ruzie, hebzucht en sadisme uitbeeldde en zijn tekeningen voorzag van messcherpe teksten. Carl Storch daarentegen bracht meer vrolijkheid in zijn illustraties naar voren.

Zijn ouders waren het niet eens met zijn beslissing om tekenaar te worden. Zijn vader, directeur van een olieraffinaderij, had hem liever als zijn opvolger gezien. Toch koos Storch zijn eigen pad en liet een blijvende indruk achter in de wereld van illustratie en satire.

Max und Moritz, gepubliceerd in 1865, werd zo populair dat het zelfs de stoutste dromen van Wilhelm Busch overtrof. Al in 1866 verscheen een Deense vertaling, gevolgd door een Engelse editie in 1867. Later volgden Japanse en Hebreeuwse vertalingen.

Tegen de tijd dat Busch in 1908 overleed, was het boek al aan zijn 56e editie toe. Het was vertaald in 10 talen, en er waren meer dan 430.000 exemplaren verkocht. Sindsdien is Max und Moritz in meer dan 150 talen en dialecten vertaald.

De publicaties brachten Busch aanzienlijke rijkdom. Zijn schrijverscarrière begon bescheiden, maar tegen de tijd van zijn dood was hij een rijk en gevierd auteur. Tot op de dag van vandaag wordt hij beschouwd als een van de meest invloedrijke humoristische auteurs en illustratoren in Duitsland en Oostenrijk, en geniet hij internationale bekendheid.

Carl Storch trad in zijn voetsporen en maakte talloze prachtige illustraties. Dat we daar nu nog van kunnen genieten, zegt alles over de blijvende kracht van zijn werk.

In 1960 werd een straat naar hem vernoemd: de Carl-Storch-Straße, die slechts 200 meter lang is. Het huis waar Storch ooit woonde, werd later een apotheek, maar is inmiddels weer een woonhuis.

Walter Hopp missionaris in China schreef in 1928 het verhaal Puckchen und Muckchen, Auf Radiowellen nach China.

Het Verhaal van Walter Hopp en Puckchen und Muckchen: Een Historische Ontdekking

Wie zijn verzamelwoede serieus neemt en zoveel mogelijk wil achterhalen, is altijd op zoek naar aanvullende informatie. Zeker wanneer je een gedegen website over jouw onderwerpen maakt. Zo stuitte ik op de naam Walter Hopp, die gelinkt kan worden aan Puckchen und Muckchen.

Walter Hopp trad op 17 september 1910 toe tot de Kapucijnenorde en werd op 10 augustus 1916 tot priester gewijd. In 1923 reisde hij als zendeling naar China, waar hij een dagboek schreef over zijn reis van Krefeld naar Tianshui (Tsinchow). Wat blijkt? Missionaris Hopp schreef in 1928 de tekst voor het derde deel van Puckchen und Muckchen:

Puckchen und Muckchen, Auf Radiowellen nach China.

Puckchen und Muckchen, bedacht en geïllustreerd door Carl Storch, verkenden met hun reizen de wereld. Kenmerkend was hun nieuwsgierigheid naar het onbekende en hun vermogen om vaak met veel geluk te ontsnappen aan de gevaren van reizen. De geïllustreerde kinderverhalen in rijmvorm doen denken aan Max und Moritz van Wilhelm Busch.

Carl Storch ontwikkelde beide personages in de eerste twee delen, waarvoor hij naast de illustraties ook de teksten zelf schreef:

  • Puckchen und Muckchen, Zwergenreise ins Erdinnere (1924)

  • Puckchen und Muckchen in Amerika (1926)

In het derde deel lezen Puckchen und Muckchen een brief van een zendeling in China en besluiten ze hem in Gansu te bezoeken. Hier ontstaat de link tussen Walter Hopp en Puckchen und Muckchen, Auf Radiowellen nach China.

De reisroute van Shanghai naar Gansu, hun manier van reizen ("slechts acht dagen met de trein, karretje nog achter de rug") en enkele reiservaringen komen overeen met Walter Hopps eigen reis, die hij beschreef in Ins blumige Reich der Mitte. Hopp had alles over zijn reis opgetekend in zijn dagboek, dat later werd gepubliceerd.

In 1949 keerde Walter Hopp terug naar Duitsland.

 

Disclaimer Puk en Muk is een idee van Lauwke Tod, uitgewerkt door Cor Lauwerijssen. Alle rechten op inhoud en verhaallijn zijn voorbehouden. De informatie op deze website is met grote zorg samengesteld, maar fouten in door derden geleverde gegevens kunnen voorkomen. Aan de inhoud van deze site kunnen geen rechten worden ontleend. Het auteursrecht berust bij JP-Lauwerijssen-4731210850-EPOB-OIST.NL-RN-COR. Gebruik voor microfilm, boekpublicaties of verfilmingen is verboden zonder schriftelijke toestemming. Gebruik van fragmenten voor schoolopdrachten is wél toegestaan. Tekst en visie: Cor Lauwerijssen

“Wat verdwenen lijkt, leeft voort in herinnering. Soms in een doos op zolder, soms op een plek als deze.”Cor Lauwerijssen

Maak jouw eigen website met JouwWeb